De stille revolutie binnen de overheid

Bij overheden is een stille revolutie gaande op het gebied van softwareontwikkeling. Waar het nieuws al jarenlang gedomineerd wordt door mislukte ict-projecten, miljoenenverspillingen en afhankelijkheid van grote leveranciers, is er nu een hoopgevende ontwikkeling waarbij overheden zelf de regie voeren over de ontwikkeling van software. Daarbij worden de voorwaarden geschapen om software van andere overheden te hergebruiken en op bestaande bouwstenen voort te bouwen.

Op verschillende niveaus binnen de overheid wordt er aan opensourcesoftware gewerkt. Hoewel dit op zichzelf niet ongewoon is, getuigt een aantal initiatieven van nieuwe inzichten en ambities binnen de overheid.

Common Ground

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de koepelorganisatie van alle gemeenten, heeft Common Ground in gang gezet. Dit is een beweging om een nieuwe, gemeenschappelijke infrastructuur op basis van opensourcecomponenten te ontwikkelen. Deze beweging lijkt erin te slagen om de 355 gemeenten te laten samenwerken op ict-gebied. Common Ground biedt oplossingen voor een aantal grote problemen die in de loop der jaren zijn ontstaan. Zo hebben gemeenten complexe ict-landschappen, met in sommige gevallen honderden ict-systemen per gemeente. Omdat de meeste van deze systemen silo’s zijn, en dus zelf de data herbergen die zij verwerken, moeten er veel data tussen de systemen gekopieerd en gesynchroniseerd worden.

Zo is een wirwar van duizenden interne en externe koppelingen tussen systemen ontstaan. NLX, een centraal component in de nieuwe infrastructuur, maakt het mogelijk om gegevens direct bij de bron te raadplegen, waardoor het kopiëren en synchroniseren van data overbodig worden. Hierdoor krijgen overheden meer controle over data en wordt het voor overheden ook gemakkelijker om burgers meer regie over hun gegevens te geven. Elke gemeente kan zelf vaststellen of, wanneer en hoe zij de overstap naar de nieuwe infrastructuur maakt. Het ontwikkelteam van Common Ground werkt naast NLX ook aan andere opensourceprojecten.

Herbruikbare componenten

Ook afzonderlijke gemeenten hebben het ontwikkelen van opensourcesoftware ontdekt. Het komt steeds vaker voor dat gemeenten herbruikbare componenten ontwikkelen en die met andere gemeenten delen. Ook zijn er inmiddels tientallen gemeentelijke en regionale datalabs, die datasets gebruiken om tot nieuwe maatschappelijke inzichten te komen. Dit leidt vaak tot herbruikbare projecten op basis van opensourcesoftware. Onder andere gemeente Utrecht, gemeente Den Haag, Datalab Purmerend en gemeente Amsterdam publiceren code op Github.

Ook het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zit niet stil en is mede-initiatiefnemer van developer.overheid.nl, een overzicht van api’s van de overheid, en Digicampus. Dit laatste initiatief is een nieuw samenwerkingsverband tussen overheid, markt en wetenschap met het doel om innovaties in de publieke dienstverlening aan te brengen. Marijn Janssen, die als hoogleraar ict en governance vanuit TU Delft bij Digicampus betrokken is, stelt dat Digicampus voor open standaarden en open source kiest om experimenteren mogelijk te maken.

Toekomstige mogelijkheden

Het is geen toeval dat opensourcesoftware de rode draad vormt in de genoemde initiatieven, aangezien overheden hier op verschillende manieren baat bij kunnen hebben. Wat kunnen we verwachten als de huidige ontwikkelingen op het gebied van opensourcesoftware en hergebruik van software bij overheden de komende jaren doorzetten?

Hoe dan ook zal er meer gestandaardiseerd worden. Er is veel beleid dat standaardisatie voorschrijft of stimuleert, zowel op (inter)gemeentelijk, landelijk, Europees als internationaal niveau. Bovendien biedt de beschikbaarheid van opensourcesoftware en bouwstenen hiervoor veel praktische mogelijkheden. Standaardisatie heeft als gevolg dat systemen gemakkelijker te koppelen zijn, wat onder meer de uitwisseling van gegevens en samenwerking op grote schaal mogelijk maakt. Meer samenwerking tussen overheden, zowel nationaal als internationaal, ligt daarom ook in de lijn der verwachting.

Het zal dankzij opensourcesoftware eenvoudiger zijn voor overheden om transparantie te bieden over hoe hun systemen werken. Ook zal het eenvoudiger zijn om kennis tussen overheden te delen en van elkaars code en documentatie te leren, ook als software niet wordt hergebruikt.

Leveranciers

Daarnaast zal de rol van leveranciers veranderen. Overheden zullen minder gebonden zijn aan gesloten systemen die door slechts één leverancier geleverd en onderhouden kunnen worden. Kleine en middelgrote leveranciers zullen meer kansen krijgen en de concurrentie tussen leveranciers zal toenemen. Verder zullen overheden een ander type kennis van leveranciers vragen, omdat de aandacht deels zal verschuiven van het onderhoud van bestaande systemen naar innovatie. In plaats van kennis van specifieke monolithische systemen, zullen overheden kennis van de nieuwste technologieën en ontwikkelingen verlangen. Al met al liggen een vermindering van leveranciersafhankelijkheid en een innovatiever klimaat in het vooruitzicht.

Op termijn kunnen deze ontwikkelingen tot een breder maatschappelijk nut leiden. Zo kan de gezamenlijke innovatiekracht van overheden, bedrijven, (kennis)instellingen en andere organisaties worden vergroot als gevolg van verbeterde mogelijkheden tot samenwerking. Ook is het goed mogelijk dat bedrijven en organisaties baat zullen hebben bij software die door de overheid is ontwikkeld, bijvoorbeeld op het gebied van cybersecurity. Op deze manier komt de met gemeenschapsgeld gefinancierde software weer voor de maatschappij beschikbaar. Overigens is er een groeiende internationale beweging die stelt dat publiek-gefinancierde software een publiek goed is en daarom altijd open source zou moeten zijn.

Kanttekeningen

Ook al zijn de eerste voortekenen gunstig, overheden hebben nog een lange weg te gaan. De herstructurering van de gemeentelijke ict, wat Common Ground nastreeft, is een groot project waarvan de resultaten pas over enkele jaren beoordeeld kunnen worden. Het vergt een cultuuromslag van gemeenten om op de Common Ground-manier te gaan te werken. Maar ook voor andere overheden geldt dat men over nieuwe vraagstukken moet nadenken, bijvoorbeeld op het gebied van risicomanagement. Bij het gebruik van open source kan per slot van rekening niet automatisch een leverancier worden aangesproken wanneer de software niet goed werkt. Bij de nieuwe initiatieven moet in veel gevallen ook nog worden nagedacht over de inrichting van het onderhoud van de ontwikkelde software.

Meer in het algemeen is er het risico dat softwareprojecten stuurloos raken door een gebrek aan regie en strategisch inzicht. Zo komt het vaak voor dat onvoldoende gebruik wordt gemaakt van bestaande opensource-oplossingen of dat te vroeg allerlei zijprojecten worden gestart, waardoor het oorspronkelijke doel uit het zicht raakt. Dit zijn slechts enkele risico’s waarvan nog zal moeten blijken of de overheid in staat is ze te ondervangen.

Conclusie

Er is een aantal interessante ontwikkelingen gaande op het gebied van ict bij de overheid. Gemeenten en andere overheden zetten stappen om meer grip te krijgen op hun ict-huishouding, waarbij samenwerking, opensourcesoftware en hergebruik kernbegrippen zijn. Dit is een hoopvolle beweging met in potentie veel voordelen, waaronder een betere structurering van de ict binnen overheden, minder leveranciersafhankelijkheid en meer kennisuitwisseling en samenwerking tussen overheden. Aan de andere kant kunnen ook kanttekeningen worden geplaatst. Zo is het nog de vraag of men binnen de overheid op de lange termijn in staat is om strategische keuzes te maken en of het de gemeenten zal lukken om een interne cultuuromslag door te voeren. Al met al lijkt de ingezette beweging op dit moment een kansrijke oplossingsrichting voor een aantal hardnekkige ict-problemen binnen de overheid.

Dit artikel is eerder verschenen in Computable Magazine nr.5/2019.